Een kind met Development Coördination Disorder (DCD) heeft duidelijke problemen met dagelijkse vaardigheden zoals aankleden, eten met mes en vork, sporten en schrijven.
Uiterlijk is er niets bijzonders te zien aan het kind, waardoor veel mensen verwachten dat het kind gewoon kan meedoen. Voor een kind met DCD zijn deze vaardigheden echter moeilijk, waardoor het kind taken vermijdt, mogelijk niet met plezier naar school gaat en/of negatief over zichzelf denkt. Vaak leiden deze problemen tot angst om te falen en onzekerheid. Het kan ook zijn dat het kind niet kan voldoen aan de verwachtingen thuis of op school, waardoor er vaak gedragsproblemen ontstaan bij kinderen met DCD.
Werkwijze
Binnen de kinderrevalidatie van Revalidatie Friesland is er een team van experts dat gespecialiseerd is in DCD. Therapeuten helpen het kind bij het aanleren van praktische vaardigheden. Naast het aanleren van vaardigheden zoeken de therapeuten samen met het kind naar strategieën om nieuwe dingen te leren.
Behandeling en samenwerking
Er worden tests afgenomen door een fysiotherapeut en ergotherapeut om de motorische vaardigheden te meten. Een revalidatiearts onderzoekt het kind en bespreekt de ontwikkeling. De ouders hebben gesprekken met een maatschappelijk werker en indien nodig kunnen een psycholoog of logopedist worden ingeschakeld.
Om het kind zoveel mogelijk kansen te geven om de geleerde vaardigheden thuis en op school toe te passen, is er regelmatig overleg met de ouders/verzorgers en de school. Soms worden er ook 'huiswerkopdrachten' meegegeven. Na ongeveer drie maanden wordt besproken of de behandeling kan worden afgerond. De behandeling is vooral gericht op het plezier beleven aan bewegen. Hierdoor durft het kind weer motorische uitdagingen aan te gaan, zodat de mogelijkheden optimaal benut kunnen worden.